Nationale Parken in Algerije

De oprichting van nationale parken in Algerije begon in 1921 door de Franse regering, die het eerste nationale park in het land vestigde. In de periode van 1923 tot 1929 werden dertien nationale parken gecreëerd met als doel de natuur te behouden en het lokale toerisme te bevorderen. Deze inspanningen werden echter onderbroken tijdens de twee wereldoorlogen en de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog, wat leidde tot een aanzienlijke achteruitgang van ons natuurlijke erfgoed (Meribai, 2011).

Na het verkrijgen van onafhankelijkheid was het noodzakelijk om de ernstige staat van verval aan te pakken waarin de nationale parken, die tijdens het koloniale tijdperk waren opgericht, zich bevonden. Uiteindelijk werd in juli 1983 een decreet uitgevaardigd in Algerije dat hun herintroductie en heroprichting mogelijk maakte (Kerbiche en AknineSouidi, 2022).

Om deze situatie aan te pakken, heeft de Algerijnse regering de noodzaak erkend van dringende interventie via een effectief beleid dat alle kwesties met betrekking tot natuurbescherming en milieubehoud aanpakt. Dit heeft geleid tot de oprichting van nieuwe nationale parken en andere beschermde gebieden in het land.

Beschermde Gebieden en Totale Oppervlakte

Volgens "The management of national parks in Algeria: Overview, means and constraints. Case of national parks in the North.", gepubliceerd in het Journal of Economics and Sustainable Development, Volume 60 / Nr. 60 (2023), pagina’s 798-816, door auteurs Kerbiche Fatima en Pr. AknineSouidi Rosa, bedraagt de totale oppervlakte van de 11 nationale parken in Algerije 56.589.961 hectare. Deze parken zijn verspreid over het hele land, met 8 ervan gelegen in het noorden, één in de steppezone en twee in het verre zuiden. Elk park heeft zijn eigen omvang en oprichtingsdatum, variërend van kleinere gebieden tot enorme parken, zoals het Nationaal Park Tassili, dat een oppervlakte van 11.400.000 hectare beslaat, en het Nationaal Park Ahaggar, met een oppervlakte van 45.000.000 hectare (Abdelguerfi, 2003a).

Lijst van Nationale Parken in Algerije

Flora en Fauna in de Nationale Parken van Algerije

De nationale parken van Algerije vormen een mozaïek van biodiversiteit die de verscheidenheid aan klimaten en landschappen van het land weerspiegelt. In het noorden vinden we een mediterraan ecosysteem met bossen van steeneiken en kurkeiken, en berggebieden bevolkt met Aleppodennen en ceders. Deze regio is ook de thuisbasis van olijfbomen, vijgenbomen, amandelbomen en citrusvruchten, evenals dadelpalmen in drogere gebieden.

De fauna in deze gebieden is even divers, met soorten zoals wilde schapen, herten, wilde zwijnen en de enige primaat van de regio, de Berberaap.

Berberaap of Barbary Macaque Macaca sylvanus

De bergen en luchten van Algerije dienen als route voor trekvogels zoals ooievaars en flamingo’s.

Daarentegen is het landschap van de Algerijnse Sahara strenger, maar niet minder fascinerend. De flora is voornamelijk beperkt tot de oases en bepaalde gebieden zoals de natuurparken van Tassili en Ahaggar, waar meer dan 600 endemische plantensoorten worden behouden.

Flora van Algerije

De fauna van de Sahara omvat gazellen, fenneks (woestijnvossen), hyena’s en jakhalzen, evenals een verscheidenheid aan kleinere zoogdieren en een opmerkelijke aanwezigheid van insecten, waaronder zwermen sprinkhanen.

Nationale parken zoals het Nationaal Park Tassili n’Ajjer, het Nationaal Park Ahaggar en het Nationaal Park Chréa zijn slechts enkele voorbeelden van de beschermde gebieden die deze natuurlijke rijkdom herbergen, waarbij de flora en fauna worden behouden voor toekomstige generaties en bezoekers een venster wordt geboden naar de natuurlijke schoonheid van Algerije.


Zie ook