Botswana, in Afrika, heeft een netwerk van beschermde gebieden en biodiversiteitsreservaten waar wilde dieren vrij kunnen gedijen. De nationale parken in Botswana: Nationaal Park Chobe, Nationaal Park Nxai Pan, evenals het Kgalagadi Transfrontier Park en het Nationaal Park Makgadikgadi en de Gemsbok- en Makgadikgadi-reservaten worden beheerd door het Department of Wildlife and National Parks (DWNP) in Gaborone.
Volgens het United Nations Environment Programme World Conservation Monitoring Centre (UNEP-WCMC) besloegen de beschermde gebieden in Botswana in 2018 ongeveer 29,14% van het nationale grondgebied. Dit komt neer op een gebied van 169.370 km², verdeeld over 22 gebieden, ingedeeld in vijf verschillende categorieën. Deze gebieden omvatten vier nationale parken, zes bosreservaten, zes wildreservaten, drie vogelreservaten en één wildreservaat. De Okavango Delta, bekend als de parel van Botswana, is uitgeroepen tot UNESCO-werelderfgoed, en het gehele deltasysteem wordt beschouwd als een Ramsar-gebied van internationaal belang voor het behoud van wetlands.
Daarnaast heeft Botswana het Okavango-deltasysteem aangewezen als een Ramsar-gebied van internationaal belang, dat een oppervlakte van 5.537.400 hectare beslaat.
De populairste manier om de nationale parken van Botswana te verkennen is via zelfgeleide safari’s. Veel reizigers kiezen ervoor om een robuust terreinvoertuig te besturen en ervaring te hebben met kamperen in de natuur om onafhankelijk in de savanne te kamperen. Het is echter belangrijk op te merken dat het DWNP deze safari’s reguleert met strikte wetten om de veiligheid van reizigers en dieren in het wild te waarborgen. Zo is het verboden om ‘s nachts te rijden of op een ander moment dat gevaar kan opleveren.
Zie ook
- Unesco Botswana (in het Engels).
- https://www.unep-wcmc.org/ (in het Engels).
- Birdlife International (in het Engels).
- Ramsar-gebieden (in het Engels).