Nationale Parken van de Centraal-Afrikaanse Republiek

De Nationale Parken van de Centraal-Afrikaanse Republiek beslaan een verscheidenheid aan landschappen, van regenwouden tot savannes in het uiterste noorden van het land. In totaal zijn er vijf aangewezen nationale parken, die talrijke bedreigde diersoorten herbergen en ook dienen als belangrijke vogelreservaten. Samen wordt een gebied van ongeveer 112.847 km² beschermd, wat 18,06% van het nationale grondgebied vertegenwoordigt. Deze parken spelen een fundamentele rol bij het behoud van biodiversiteit en het beschermen van de waardevolle natuurlijke hulpbronnen van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Naast de nationale parken beschikt de Centraal-Afrikaanse Republiek over een diversiteit aan beschermde gebieden. Deze omvatten een bosreservaat in Bangassou met een oppervlakte van 12.002 km² in het zuidoosten van het land, een strikt natuurreservaat in Vassako-Bolo van 843 km² en een natuurreservaat in Chinko. Ook zijn er zeven wildreservaten, waaronder een speciaal reservaat in Dzanga-Sangha van 6.865 km² in het zuidwesten, een heiligdom in Bongo dat zich uitstrekt over 2.650 km², en een privaat reservaat in het Avakaba Presidentieel Park met een oppervlakte van 2.636 km².

Bovendien is het land de thuisbasis van twee Ramsar-gebieden: de Shanga-rivier, die 2.750 km² beslaat, en de Mbaéré-Bodingué-rivieren met een oppervlakte van 1.013 km². Daarnaast zijn er twee biosfeerreservaten: het Basse-Lobaye-bos van 182 km² en het Bamingui-Bangoran-reservaat samen met de omliggende gebieden, in totaal 16.220 km². Het land beschikt ook over twee UNESCO-werelderfgoederen: het Sangha Trinational Forest met een oppervlakte van 7.463 km² en het Nationaal Park Manovo-Gounda St. Floris. Verder zijn er 15 geclassificeerde bossen in de Centraal-Afrikaanse Republiek, wat de toewijding van het land aan de bescherming en het behoud van zijn waardevolle natuurlijke erfgoed illustreert.